![]() Tekst en muziek: Henk van der Molen (1972) ![]() “Een aardige jongen, die jongen van De Groot” Dat zeiden de meesters vroeger jaren En ze streken hem door zijn haren Als De Groot weer eens liet blijken Hoe braaf hij dan wel was Hij zou wel wat bereiken Dat kon je zo al zien Voor Nederlands een negen Voor rekenen een tien Om van zijn vlijt en zijn gedrag maar niet te spreken En toen hij zijn diploma Van de MAVO had verworven Zei zijn vader op zijn welbekende toon “Mijn zoon ’t Is jammer dat we je toen niet Op het gymnasium hebben gedaan Maar ja, d’r is overal wat En je had er achteraf misschien De hersens niet voor gehad” ![]() Een aardige kerel, die korporaal De Groot Ze vonden hem keurig en integer Zijn superieuren in het leger Als De Groot weer eens liet blijken Hoe flink hij dan wel was Hij hield van discipline En van correct gedrag Hij poetste graag zijn schoenen En had eerbied voor het gezag Om van zijn liefde voor geweren maar te zwijgen En toen hij op een goeie dag Het leger kon verlaten Zei zijn vader op zijn welbekende toon “Mijn zoon Ik zou het daar in jouw geval Tot luitenant hebben gebracht Maar ja, d’r is overal wat En je had er achteraf misschien De hersens niet voor gehad” ![]() Merkwaardig verschijnsel, die jongen van De Groot Dat vonden de mensen van justitie Toen De Groot met veel ambitie De rechtbank wilde tonen Hoe stipt hij eigenlijk was Hij koos de juiste woorden En vertelde weldoordacht Dat hij zijn pa vermoordde Om veertien over acht Dat was iets anders dan de politie-arts beweerde En toen hij werd veroordeeld Zat zijn vader in de hemel En die sprak: “Je hebt je welverdiende loon Mijn zoon Toch denk ik dat ik in jouw plaats Naar het buitenland was gevlucht Maar ja, d’r is overal wat En daar heb je achteraf gezien De hersens niet voor gehad” ![]() |