![]() Tekst en muziek: Toon Hermans (1997) ![]() Ik was een schuchtere naïeverd Van de liefde wist ik niets Toen riep jij opeens: “Dag lieverd” En je sprong achterop mijn fiets En we reden naar de zee En je haren waren blond En ik vond het onbegrijpelijk mooi Dat iemand mij een lieverd vond ![]() Ik fietste naar een rustig plekje Met dat indrukwekkend kind Naar een afgelegen stekje Net zo’n beetje uit de wind En toen zei ze weer iets liefs Wat ik niet helemaal verstond Maar ik vond het onbegrijpelijk mooi Dat iemand mij een lieverd vond ![]() Ze droeg een vrolijk strooien hoedje Toen ze daar zo naast me zat En ik dacht: “Dat kind dat doet je” Dacht: “Dat kind doet je wat” ’k Had het nauwelijks gedacht Of ze kuste me op mijn mond En ik vond het onbegrijpelijk mooi Dat iemand mij een lieverd vond ![]() Ik was niet bepaald een echte vlotterd Ik kreeg het warm en ik kreeg het koud Ik weet nog dat ik heb gestotterd “Wat zijn aan zee de zoenen zout” Ik hoor nog haar lieve lach Volop schallen in het rond En ik vond het onbegrijpelijk mooi Dat iemand mij een lieverd vond ![]() Ik heb stil naar haar geluisterd De lieve dingen die ze zei Toen heeft de zee mij ingefluisterd Kom een beetje dichterbij En toen hebben we gevrijd Tot de maan te schijnen stond En ik vond het onbegrijpelijk mooi Dat ik haar zo’n lieverd vond ![]() |